Pijlstaart

(Nothern pintail)

Beschrijving

De pijlstaart heeft een lange nek en een lange puntige staart. Hij heeft een chocolade bruine kop en boven nek, opvallend witte net en borst. De bovendelen en klanken zijn grijs. De vrouwtjes zijn lichtbruin met een wittere keel en een kortere staart. Buiten het broedseizoen lijkt het mannetje meer op het vrouwtje.


Voorkomen

Groen - broedgebied

Lichtblauw - passant

Blauw - winter

De pijlstaart broedt in de noordelijke gebieden van Eurazië in het zuiden tot ongeveer Polen en Mongolië, Canada, Alaska en het Midwesten van de Verenigde Staten. Overwinteren doet hij ten zuiden van zijn broed-gebied dat reikt bijna tot de evenaar in Panama, Noord-Afrika ten zuiden van de Sahara en tropisch Zuid-Azië.


Habitat

De broedhabitat van de pijlstaart zijn open, niet-beboste wetlands, zoals nat grasland, oevers van meren of toendra.


Voedsel

Hun voedsel is voornamelijk plantaardig maar ook waterkevers, insectenlarven, weekdieren en garnalen behoren tot het menu.


Voortplanting

Het nest wordt op de grond gebouwd, verborgen tussen de vegetatie en op een droge locatie, vaak op enige afstand van water. Het is een ondiep kommetje in de grond bekleed met plantmateriaal. Het vrouwtje legt zeven tot negen crèmekleurige eieren. Na 22-24 dagen komen de eieren uit.