Amerikaanse slangenhalsvogel
(Anhinga)
Beschrijving
De Amerikaanse slangenhalsvogel heeft een reigerachtig voorkomen. Hij heeft zijn naam te danken aan zijn extreem lange, dunne nek. De vogel wordt 85 centimeter groot, waarvan de helft de lengte van zijn nek is, en heeft een spanwijdte van 117 centimeter. Op de nek zit een in verhouding dunne kop met een lange spitse gele snavel. Zowel het mannetje als het vrouwtje hebben een glanzende zwart verenkleed. De veren op de vleugels zijn zilvergrijs van kleur en de staart is grijs-zwart gestreept. De veren van de nek en de hals van het mannetje is eveneens glanzend zwart, bij het vrouwtje is de nek grijs gekleurd en heeft de hals een gelige-beige kleur. Ook de poten zijn geel gekleurd. Een volwassen exemplaar bereikt een gewicht van iets meer dan 1300 gram.
Voorkomen
De Amerikaanse slangenhalsvogel komt voor van het midden van de Verenigde Staten tot aan westelijk Ecuador het noordelijke deel van Argentinië en Uruguay. Daarnaast is hij een vaste inwoner van Cuba en vele andere eilanden in de Caraïbische Zee zoals Trinidad en Tobago.
Habitat
Het leefgebied bestaat uit zoete wateren en visrijke gebieden zoals meren, rivieren en mangroven.
Voedsel
Het voornaamste voedsel van de Amerikaanse slangenhalsvogel bestaat uit vis. Daarnaast wordt hun dieet aangevuld met kleine schildpadden, jonge kaaimannen, kleine slangen en waterinsecten.
Voortplanting
Het nest van de Amerikaanse slangenhalsvogel is meestal te vinden op hoogte tussen de 1,5 tot 6 meter boven de grond en ook in de meeste gevallen aan de waterkant. De vogel broed vaak samen met grote koloniale vogels zoals aalscholvers of in kleinere groepen alleen bestaand uit slangenhalsvogels. De vogel is monogaam en blijven hun hele leven samen. Het nest wordt elk jaar opnieuw gebruikt. Het vrouwtje legt tussen de 2 tot 6 ovaal vormige blauw groene eieren met een interval van 3 dagen per ei. De eieren zijn soms bedekt met kleine bruine vlekken. De incubatietijd van de eieren bedraagt tussen de 25 tot 30 dagen.