Dodaars

(Little grebe)

Beschrijving

De dodaars is de kleinste fuut van Europa, 25 tot 29 cm en onderscheid zich van andere futen door zijn rondere kop en kortere hals. Hij heeft zijn naam te danken aan het vuilwitte dons op zijn achterlichaam (dodde-aars). De snavel is zwart met een lichte punt. In de mondhoek bevindt zich een opvallende vlek, die in de zomer opvallend groengeel van kleur is, 's winters lichter. De ogen zijn roodbruin van kleur, de poten groen. Het zomerkleed is donkerbruin met een kastanjebruine oorstreek en voorhals. De kruin is zwart. Het winterkleed is een valig geelbruine oorstreek en voorhals met een lichtere nek en wangen en een donkere kruin.


Voorkomen

De dodaars komt in vrijwel geheel Europa voor, van de mediterrane landen noordwaarts tot Zuid-Zweden, in heel Afrika uitgezonderd de Sahara, op Madagaskar en in Zuidoost-Azië.


Habitat

Ondiepe binnenwateren met een dichte oevervegetatie, bestaande uit onder andere zegge, rietgras, lisdodde en gelelis. Hij is vooral te vinden in zoetwater  moerassen, kleine meren, poelen, brede sloten, vennen en traag-stromende rivieren, maar soms ook in vijvers, grachten, waterreservoirs en grindputten


Voorkomen

De dodaars vangt zijn voedsel onder water. Hij leeft van waterinsecten en larven, waaronder haften, steen-vliegen, waterwantsen, waterkevers, schietmotten en libellen, en daarnaast ook slakjes, kleine schaaldieren, kleine amfibieën en kikkervisjes en soms kleine visjes als stekelbaarzen en jonge vissen. 


Voortplanting

Het nest is een platform gemaakt van allerlei plantaardig materiaal wat bevestigd is aan onderwatervegetatie. Het legsel bestaat uit 1-3 eieren. De broedduur bedraagt 20 tot 21 dagen. De jongen kunnen na ongeveer 45 dagen vliegen.