De volwassen haan is 100-120 cm lang inclusief de staart van circa 80 cm. Hij is herkenbaar aan zijn zwart en zilvergrijze kop, lange grijze staart en zijn uit rode, blauwe, gele en witte veren bestaande dekkleed. Hij kan deze "cape" oprichten om indruk te maken. De kuif is aan de voorzijde donkergroen en aan de achterzijde rood. De halskraag is wit met zwarte eindzomen. De hen is minder opzichtig en lijkt enigszins op de hen van de fazant  maar heeft geprononceerdere strepen. In 1828 nam de vrouw van de toenmalige gouverneur van India, Lady Sarah Amherst, twee mannelijke Lady-amherstfazanten mee naar Europa. Vanwege het prachtige uiterlijk van de fazant was iedereen onder de indruk en ze werden naar de lady vernoemd. Hoewel ze kunnen vliegen, geven ze er de voorkeur aan om te rennen, maar als ze geschrokken zijn, kunnen ze plotseling met grote snelheid omhoog springen, met een opvallend vleugelgeluid.

Zuidwest-China en Birma.

Rotsachtige hellingen op een hoogte van 2000 tot 4000 meter.

Ze voeden zich op de grond met graan, bladeren en ongewervelde dieren. 

Bij de leg worden 6 tot 12 bruingele tot crèmeachtige eieren gelegd die in 23-24 dagen door het hennetje worden uitgebroed.