Witnekkraanvogel
(White-naped crane)
De witnekkraanvogel heeft een hoogte van ongeveer 125 cm een massa van circa 5,6 kg. Het verenkleed van volwassen dieren is donkergrijs met een witte keel en een lange witte streep van de bovenkant van de kop tot onderaan de nek. Rond de ogen vertoont de kop opvallende rode plekken. Als enige kraanvogel heeft de soort roze poten. Alle kraanvogels hebben een lange, gekronkelde luchtpijp waardoor ze in staat zijn de karakteristieke, luide trompetroep voort te brengen. Opvallend aan deze dieren zijn de lange vleugels en poten. Hun bewegingen zijn daar ook naar: erg sierlijk en zelfs statig. Met opgeheven vleugels dansen mannetje en vrouwtje dan om elkaar heen. Het dansen heeft geen directe verbinding met de paartijd. Deze dans wordt het hele jaar door uitgevoerd en lijkt dan ook meer een uiting van levensvreugde. De witnekkraanvogel broedt in het oosten van Mongolië, het noordoosten van China en het aangrenzende deel van Rusland. De vogels uit het westelijke deel van het broedgebied overwinteren bij de Jangtsekiang in Zuid-China, met name aan het Poyangmeer en het Dongtingmeer. De andere vogels trekken naar de gedemilitariseerde zone tussen de beide Korea's of het Japanse eiland Kyushu. De totale populatie wordt geschat op 6.500 volwassen dieren. De habitat van de witnekkraanvogel bestaat uit vlakke draslanden of steppen. Tijdens de trek verblijft hij ook in landbouwgebied. Hij is omnivoor en voedt zich voornamelijk met insecten, kleine gewervelde dieren, zaden, wortels en knollen.