Geelkruinkwak

(Yellow-crowned heron)

Beschrijving

De geelkruinkwak wordt ongeveer 60 cm groot en bereikt een gewicht van om en nabij 625 gram. De vogel heeft een witte tot lichtgele kruin en witte rug. Zodra het broedseizoen aanvangt kleurt de kruin vaak naar een opvallende gele kleur waaraan ze hun naam te danken hebben. Ook heeft hij witte wangen op de voor de rest zwarte kop. De geelkruinkwak heeft een relatief korte spitse donkergrijze snavel. Het verenkleed van de vogel is lichtgrijs. De veren op de vleugels hebben donkere uiteinden. De poten van de vogel zijn boven de "knieën" geel en gaan dan over in een grijze tarsus. Zowel het mannetje als vrouwtje hebben hetzelfde uiterlijk.


Voorkomen

De geelkruinkwak komt uitsluitend voor in Amerika.


Habitat

De geelkruinkwak zoekt ondiep water om in te leven: moerassen, beboste moerassen en oevers, struikgewas, mangroven en klifgebonden kusten.


Voedsel

Vis, weekdieren, schaaldieren, kikkers enkleine reptielen. De jacht vindt zowel overdag als 's nachts plaats. Vaak staat hij bewegingsloos aan de waterkant wachtende op prooi, soms achtervolgt hij in 'slow-motion' onopvallend zijn prooi.


Voortplanting

De geelkruinkwak is zowel een koloniale als solitaire broeder. Ze bouwen hun nesten op stevige takken in bomen en struiken welke in de meeste gevallen boven het water hangen. De nesten bestaan uit takjes, bladeren en veren. Het nest wordt door zowel het mannetje als vrouwtje gemaakt. Het vrouwtje legt drie tot vijf lichtgroen/blauwe eieren. Ook het mannetje helpt met het uitbroeden van de eieren. De broedtijd bedraagt iets meer dan drie weken. De jongen worden eveneens door beide ouders gevoerd, waarna ze na ongeveer 25 dagen uitvliegen.