Blauwvleugelkookaburra

(Blue-winged kookaburra)

Beschrijving

De blauwvleugelkookaburra heeft een lengte van 40 tot 44 centimeter. De blauwvleugelkookaburra heeft evenals de kookaburra een lange, forse snavel. Het verschil met de gewone kookaburra is de tekening op de kop, met horizontale strepen op de kruin en boven het oog. De iris is wit en de stuit is lichtblauw. Op de bruine vleugel zitten opvallend blauw gekleurde dekveren. Bij het mannetje is de staart donkerblauw, bij het vrouwtje is de staart roodbruin met een donkere bandering.


Voorkomen

De blauwvleugelkookaburra komt voor in een brede strook in het noorden van Australië, van het noordwesten van West-Australië tot in het noorden van Queensland. Verder in het zuiden van Nieuw-Guinea van Mimika  (provincie Papoea in Indonesië) tot het savannegebied rond Port Moresby in Papoea-Nieuw-Guinea.


Habitat

Het leefgebied bestaat uit tropisch- en subtropisch bos, savanne en veel minder in agrarisch gebied.


Voedsel

Hij jaagt en eet een grote verscheidenheid aan dieren die op of dichtbij de grond leven. In het natte zomer- seizoen maken insecten, hagedissen en kikkers een groter deel uit van hun dieet, terwijl ze ook geleedpotigen eten zoals rivierkreeften, schorpioenen en spinnen, maar ook vissen, regenwormen, kleine vogels en knaag-dieren.


Voortplanting

Het nest is een holte hoog in een boom, vaak 25m boven de grond. Er worden drie of vier witte, licht glanzende eieren gelegd. Het vrouwtje broedt de eieren in ongeveer 26 dagen uit. De jongen blijven nog 36 dagen in het nest voordat ze uitvliegen.