Grote bonte specht

(Great spotted woodpecker)

Het verenkleed is aan de bovenzijde overwegend zwart en aan de onderzijde wit, met uitzondering van de rode anaalstreek. De vleugels hebben aan de bovenzijde grote, ovaalvormige witte schoudervlekken. De slagpennen hebben vijf of zes witte vlekken die zodanig zijn gerangschikt dat ze witte banden op de vleugels vormen. De drie paar buitenste staartveren zijn gebandeerd en duidelijk te zien wanneer de staart is gespreid. Net als bij de meeste spechten zijn de staartveren stug en dienen ze als extra ondersteuning tijdens het klimmen. De kop is overwegend wit op de zijkanten en de keel. Vanaf de snavel loopt de zwarte baardstreep door in een grillige Z-vormige zwarte vlek, die naar beneden naar de borst en naar achter tot in de nek loopt. Het voorhoofd en het gedeelte rond de ogen is wit, de kruin is zwart. Net als de meeste Europese spechten is de grote bonte specht seksueel dimorf en zijn de geslachten voornamelijk te herkennen aan de koptekening. Het mannetje heeft een rode vlek in de nek, terwijl het vrouwtje een geheel zwarte kruin heeft. De iris is roodbruin gekleurd. De snavel is grijs en heeft fijne veren rond de neusgaten, om het inademen van fijn zaagsel te voorkomen. De tenen met krachtige klauwen zijn als bij veel spechten zygodactyl geplaatst: twee tenen staan naar voren en twee naar achteren gericht. De grijze huid op de poten is opmerkelijk dik, als bescherming tegen insectenbeten. Het hoofdvoedsel per leefgebied sterk kan variëren. Hij eet in de warmere periodes voornamelijk dierlijk voedsel, zoals insecten en hun larven en poppen. De specht foerageert van beneden naar boven op de boomstam, waarbij hij de bast beklopt om door insecten gegraven tunnels te vinden. De specht hakt een tunnel open en vangt de prooidieren met de punt van zijn kleverige tong. De grote bonte specht voedt zich ook met kleine gewervelden. Hij kraakt bijvoorbeeld nesten van zangvogels of kleinere spechtensoorten open om zich te voeden met de eieren of de kuikens. In de winter voedt de grote bonte specht zich vooral met plantaardig voedsel. Zaden van naaldbomen beslaan dan het grootste deel van zijn dieet