(Toco toucan)
De reuzentoekan heeft een enorme oranje snavel die half zo lang is als zijn lijf en een glanzend zwart met wit verenkleed, dat bij beide geslachten gelijk is. De lichaamslengte bedraagt 53 tot 60 cm (inclusief een snavel van bijna 20 centimeter) en het gewicht 500 tot 860 gram. Reuzentoekans nestelen in holen, hoog in de bomen. Ze keren elk jaar terug naar hetzelfde nest en soms gebruiken ze aardwallen en termietennesten. Ze broeden elk jaar, het mannetje en vrouwtje zitten om de beurt op het nest. Jongen die net uit het ei zijn, zijn blind en kaal en ontwikkelen zich langzaam. Ze worden verzorgd door beide ouders en verlaten het nest als ze zes weken oud zijn. Het duurt nog maanden voor hun snavels zo lang zijn als die van een volwassen toekan. Reuzentoekans houden van gezelschap. Ze komen bij elkaar, vliegen in groepen en maken een hoop kabaal. De roep van een toekan is een doordringend, monotoon geluid. Tijdens het vliegen wisselt de vogel het klapwieken af met zweefvluchten. Wanneer een toekan slaapt, draait hij zijn kop om zijn snavel op zijn rug te laten rusten, en vouwt zijn staart eroverheen. Hierdoor passen er meer toekans in een nest. De snavel van de toekan mag er dan uitzien alsof hij ontworpen is om af te rekenen met een grote prooi, deze vogel is toch echt een fruiteter. Met zijn snavel kan hij fruit van takken plukken die te dun zijn om op neer te strijken. Hij neemt het fruit in het puntje van zijn snavel, houdt zijn kop scheef en laat het dan netjes in zijn keel rollen. Toekans gebruiken hun snavel ook om harde schillen van fruit te pellen. Hij deelt ook weleens voedsel aan de groep uit. Hoewel bomen en planten in het oerwoud het hele jaar door voorzien in de grootste behoeften van de toekan, wisselt hij zijn voedsel soms af met insecten, kleine reptielen en zelfs de eieren en jongen van andere vogels. De snavel wordt bovendien gebruikt voor warmteregulatie. De reuzentoekan kan de uitstraling vanuit de snavel reguleren, vermoedelijk door de bloedtoestroom. Bij een hoge temperatuur kan hij de snavel warmte laten uitstralen, terwijl hij de uitstraling kan minimaliseren bij lage temperaturen. Deze soort komt voor in Oostelijk en Centraal-Zuid-Amerika