Roodkopklauwier

(Woodchat shrike)

Het mannetje heeft een roodbruine kap tot op het achterhoofd. Hij heeft een zwarte band door de ogen. Zijn buik is wit en de mantel is zwart. De opvallende witte vlek op de vleugel is goed te zien in de vlucht. In vlucht is er op de staart een zwarte vlek te zien met witte randen. Er is een oranje vleem onder de vleugel. Het vrouwtje ziet er hetzelfde uit als het mannetje alleen heeft zij een iets lichtere kap. Het voedsel bestaat uit (grote) insecten, jonge muizen, hagedissen en zelfs kleine vogels. Het legsel bestaat uit vijf tot zes lichtgroene tot geelbruine eieren met grijze ondervlekken en grijsbruine of bruingroene vlekjes, die in een nest hoog in de bomen worden gelegd. De vogel komt voor als broedvogel in Zuid-Europa, het Midden-Oosten en Noordwest Afrika en overwintert in tropisch Afrika. De roodkopklauwier is een trekvogel, de broedvogels uit Europa trekken in het najaar naar Afrika. De roodkopklauwier komt voor bij boomgaarden en in open terrein met hier en daar verspreide bosjes.