Wielewaal
(Eurasian golden oriole)
Het mannetje is een heldergeel gekleurde vogel met overwegend zwarte vleugels en staart. Het wijfje is eerder groengelig met donkere vleugels. De wielewaal wordt maximaal 25 cm groot. De vogel is, hoewel hij er opvallend uitziet, moeilijk te vinden omdat hij nogal schuw is en bij voorkeur in boomtoppen verblijft. Aan het begin van de broedtijd is de vogel wel vaak te horen. Zijn gezang klinkt als gejodel, een helder oh-fluuo-fih-fioe. Zowel zijn wetenschappelijke naam als de Nederlandse naam zijn klanknabootsingen van dit geluid. In het broedseizoen (mei tot juli) komt de wielewaal in Europa, Noord-Afrika en tot diep in westelijk Azië voor. Het is een uitgesproken zomervogel en trekvogel die in Afrika overwintert. De wielewaal is een schaarse broedvogel die leeft in parken en loofbossen zoals populieren- en eikenbos. Voorts vertoeft hij graag in riviergebieden. Het legsel bestaat meestal uit twee tot vijf witte tot roomkleurige eieren met paarsgrijze ondervlekken en zwartbruine vlekken.